Aanleiding voor intelligentieonderzoek

Ieder kind ontwikkelt zich op zijn/haar eigen tempo en op zijn/haar eigen wijze. Er zijn diverse momenten in de ontwikkeling waarin intelligentieonderzoek een goede stap kan zijn in het verkrijgen van inzicht. Naast dat diverse vragen een aanleiding kunnen zijn voor onderzoek, kun je op een bepaald moment nieuwsgierig zijn en ontdekken of het intelligentieprofiel overeenkomt met je eigen dagelijkse bevindingen rondom uw kind. De winst zit hem namelijk niet alleen in het weten van een intelligentie quotiënt (IQ totaal), maar ook in het overzicht van de sterke en minder sterke kanten m.b.t. de cognitieve vaardigheden. Op die manier kan jullie kind zijn/haar sterke kanten beter inzetten en de zwakke kanten eventueel verder ontwikkelen of hier beter rekening mee houden.

Vragen rondom cognitieve capaciteiten en vaardigheden

Vergelijking van de intelligentie met de schoolprestaties
Het komt voor dat een kind, na een goede start of zelfs een vliegende start, op school vast loopt. De ontwikkeling lijkt stil te staan, zonder dat daar een directe reden voor is. Of de ontwikkeling komt niet overeen met de verwachtingen die in de omgeving ontstaan zijn.
De stagnatie kan zich tonen als een gebrek aan motivatie, faalangst of in het gedrag (druk of juist meer teruggetrokken). Maar in feite kan de leerling meer moeite hebben met de lesstof dan aanvankelijk gedacht wordt, door bijvoorbeeld een leerkracht of ouder.
Het afnemen van een intelligentieonderzoek brengt de capaciteiten van een leerling in beeld en vormt de basis voor een volgende stap in de begeleiding.

Sterktes en zwaktes analyseren
Niet iedereen is overal even goed in, daarom kan het handig zijn om te weten wat de sterke en zwakke kanten van uw kind / de leerling zijn. Goed in taal of juist veel ruimtelijk inzicht? Als er opmerkelijke verschillen gemeten worden, kan de ontwikkeling van het kind op de juiste gebieden gestimuleerd worden.

Start bij het opsporen van vermoedelijke problemen/stoornissen
Intelligentieonderzoek kan de basis vormen voor een overzicht van de cognitieve capaciteiten van een kind. Indien er bijvoorbeeld sprake blijkt van een (boven)gemiddelde intelligentie, maar het kind kampt met lees- en spellingsproblemen, dan kan een vervolg stap zijn om de kans op dyslexie verder te onderzoeken. Zo werkt het ook bij vermoedens van begaafdheid, aandachtsdeficiëntie- of hyperactiviteitsstoornis (AD(H)D) of stoornissen binnen het autistismespectrum (ASS).
Wanneer bijvoorbeeld bekend is dat een kind hoogbegaafd is, dan kan het leerproces en het lesprogramma worden afgestemd op de capaciteiten van het kind. Een goede begeleiding van hoogbegaafde kinderen helpt problemen zoals onderpresteren, verminderde motivatie en/of gedragsproblemen te verminderen of zelfs te voorkomen.


Vragen rondom passend onderwijsniveau

Vervolgonderwijs
Een intelligentieonderzoek kan aanvullend zijn bij het kiezen/afstemmen van geschikt (vervolg)onderwijs. Het schooladvies van een basisschool is bepalend, maar het kan helpen om een onafhankelijke meting van de capaciteiten te laten uitvoeren ten gunste van het toekomstperspectief van een kind. Scoort een kind bijvoorbeeld gemiddeld op een cognitieve meting (intelligentieonderzoek), maar scoort hetzelfde kind bij de laagste 10% bij alle of een deel van de didactische metingen (bijvoorbeeld de LOVS toetsen van de basisschool), dan komt een kind nog niet tot optimaal presteren. Door dit te weten, kan in samenspraak met alle betrokken partijen wellicht een stap vooruit worden gemaakt, bijvoorbeeld in de vorm van begeleiding binnen of buiten school.

Toelatingsvereiste
Daarnaast is een cognitieve meting in de vorm van een intelligentieonderzoek voor sommige vormen van onderwijs een vereiste. Voor hoogbegaafde kinderen die wellicht beter tot hun recht komen op het Leonardo-onderwijs, is een meting nodig met een score van 125 of hoger (in sommige gevallen 130 of hoger).

 

Voorbeelden van scholen met een toelatingsbeleid in de omgeving van de praktijk te Duiven (GLD):

Primair onderwijs/ basisonderwijs*

Naam van school

Plaats

Naam groep/onderwijs

IQ toelating

Montessori kindcentrum 

Westervoort

DaVinci

minimaal IQ 130

DaVinci

Zevenaar

DaVinci

minimaal IQ 130

OBS De Marlijn

Oosterbeek

Delphinagroep

minimaal IQ 130

Hazesprong

Nijmegen

De Verdieping

(niet gevonden op de website)

De Regenboog

Cuijk

Leonardo onderwijs

minimaal IQ 130

Prinsenakker

Bennekom

Eureka onderwijs

minimaal IQ 130

De lettertuin

Ede

Eureka onderwijs

minimaal IQ 130

Speelkwartier

Veenendaal

Junior-Academie

IQ rond of hoger dan 130

Berkelland

Neede

DaVinci

richtlijn IQ 130

Expeditie

Epe

HB groep

minimaal IQ 130

 

 Secundair onderwijs/ voortgezet onderwijs*

Naam van school

Plaats

Naam groep/onderwijs

IQ toelating

Liemers College

locatie Heerenmaten

Zevenaar

Topklas

cito van minimaal 545 (of vergelijkbaar indien andere eindtoets is afgenomen) of een IQ van minimaal 125

Lorentz Lyceum

Arnhem

OPUS

minimaal IQ 125

En voor leerlingen die meer moeite hebben met leren uit de boeken en beter tot hun recht komen in het praktijkonderwijs, is soms een aantoonbare ondergrens qua intelligentie noodzakelijk voor de plaatsing. Deze ondergrens ligt vaak bij een intelligentie score van 80. De afnames en bijbehorende kosten van de onderzoeken komen te liggen bij de ontvangende school. Twijfel je hierover, neem dan altijd even eerst contact op met de school waarop je je kind wil aanmelden. 

LWOO
Er zijn leerlingen die in aanmerking kunnen komen voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO).
Hierbij gaat het om leerlingen die een achterstand hebben op twee of meer gebieden, waaronder rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en/of spelling. Enkel de combinatie spelling en technisch lezen is hierbij uitgesloten, daar dit kan duiden op de aanwezigheid van dyslexie. Daar zijn weer andere behandelingen/middelen voor. Als een kind op twee of meer onderdelen een achterstand heeft dan is het zaak om te verklaren waar dat aan zou kunnen liggen, bijvoorbeeld intelligentie en/of sociaal emotionele ontwikkeling. In principe voert de ontvangende middelbare school het LWOO onderzoek uit. In bijna alle gevallen wordt een Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau (NIO) afgenomen, dit is een test die in grotere groepen kan worden afgenomen, door middel van klassikale instructie waarna een kind op papier of digitaal de toets vervolgt. Heeft je kind meer baat bij een kleinere setting (één-op-één), minder zelfstandig lezend en meer beeldend/verbaal, dan is de Wechsler Intelligence Scale V (WISC-V) passender. Bijkomend voordeel voor jullie als ouder(s) (en ook voor leerkracht/docent), waar de NIO onderzoek doet naar het onderwijsniveau dat op dat moment het beste bij je kind past, brengt een intelligentieonderzoek d.m.v. de WISC-V ook een sterkte/zwakte profiel van je kind in beeld. Dit beeld kan gebruikt worden als basis voor de verdere begeleiding. Maar het belangrijkste is het inzicht dat verkregen wordt voor en door het kind/de leerling zelf. Daar wordt bij Praktijk Bloei aandacht besteed in het nagesprek, ter afronding van het intelligentieonderzoek. 


(* De tabellen hierboven zijn onder voorbehoud gemaakt op basis van informatie die gevonden kon worden op de websites van de (basis)scholen in schooljaar 2023-2024)